Mijn laatste poging haar gelukkig te maken
Op het moment dat ik ervan overtuigd was dat ik haar gelukkig wilde maken wist ik niet dat het zo moeilijk was. Ze is niet zo veeleisend. Een beetje lief zijn, lekker koken, grapjes maken. Een man met succes en grote woorden hoeft ze niet, maar wat heeft ze aan een man die ieder ziekenhuisbed al eens bezet heeft? Haar geluk is onlosmakelijk verbonden met mijn gestel.
De zegen van corona
De gevaren van het coronavirus bleken een zegen voor mijn gezondheid. Met niemand meer die in mijn gezicht kucht of vieze handen geeft werd ik ook niet ziek. En zo kon ik meer en meer kilometers maken op mijn racefiets. Ik wist niet wat me overkwam. 100 km fietsen, lekker koken, grapjes maken en zelfs een beetje lief zijn.
Onverstoorbaarheid
Natuurlijk kan het geluk geen constante zijn, maar er bestaat wel zoiets van een gevoel van onverstoorbaarheid. Of zoals anderen het flow noemen of lekker in je vel zitten. Hoeveel kilometers ik ook wegtrapte het bezorgde haar onmogelijk het idee van dat het goed zat met me. Hoe vaak heb ik gewenst dat ze maar wat minder van me zou houden zodat ze dan meer voor haar eigen geluk kon gaan?
Endorfine
Misschien zou het helpen om eens samen met haar te fietsen. Dan zou ze zien hoe blij het sporten me maakt. En anders zou de endorfine haar wel euforisch maken. Dus op een mooie maandagmorgen sprongen we vol goede moed op onze racefiets. De route moest ons over lange rechte paden naar de keurigste dorpen van de Veluwe brengen. Maar ik kon mijn nieuwsgierigheid niet onderdrukken en moest zo nodig nieuwe wegen ontdekken waardoor ik haar binnen de kortste keren kwijtraakte. Dag endorfine. Hallo stress.
Nederlaag
Op het moment dat we weer bij elkaar waren zei ze tegen me. ‘Ga jij je gang maar, ik kom wel op mijn gemak naar huis.’ Ik accepteerde de nederlaag van mijn poging zo normaal mogelijk te leven en zette aan voor de laatste twee kilometer. Niet te hard want eerst nog een lastige oversteek. De auto’s minderden vaart en ik nam de voorrang waar ik recht op had. Voordat ik de weg over kon gaan raakte ik iets en ik vreesde een klapband, maar toen ik de macht over mijn stuur verloor kon ik niet anders dan me overgeven aan de zwaartekracht. In een fractie vlogen er zoveel gedachten door mijn hoofd: gelukkig heb ik een nieuwe helm, wat zal ik vanavond eens gaan koken, wat vervelend dat ik juist hier mijn band moet plakken, wat is dat teer toch hard. Eenmaal geland kwam er weer wat rust over me. Even op mijn rug liggen en dan sta ik zo weer op, maar voor ik kon beseffen hoe erg ik eraan toe was hoorde ik een verscheurende gil. De verzorgers van de Apenheul enkele tientallen meter verderop moeten gedacht hebben: Welke bezorgde moederaap schreeuwt het hier uit?
Het valt mee
De zon scheen langs een enkele wolk en de wind blies door de bladeren de nattige boslucht over de straat. Gevoerd met nog meer neurotransmitters lag ik daar gewoon een potje te genieten. ‘Het komt allemaal goed hoor’ probeerde ik haar te verzekeren ‘het valt allemaal wel mee.’ En ik kreeg die doodvermoeide blik die ik al zo vaak had gezien. ‘Het valt helemaal niet mee. Ik dacht dat je dood was!’ en ze belde 112.
Verantwoordelijkheid
Het valt inderdaad niet mee om haar gelukkig te maken. Want hoezeer ik ook mee veer met mijn tegenslagen, hoe goed ik mijn lot ook kan dragen, zij staat er altijd naast en moet constant aanpassen en organiseren. Dat ziek zijn is zo’n gewoonte geworden, maar voor haar is het verre van een gewoonte om iedere keer de vraag te krijgen ‘Hoe is het met Martijn?’ terwijl ze geen raad weet met haar machteloosheid en zich alleen voelt. Het draait altijd maar om de zieke terwijl degene die er het meest dichtbij staat net zoveel baat kan hebben van aandacht en liefde. Daarom blijf ik mijn gelukspogingen op haar afvuren. Het is één van de grootste verantwoordelijkheden die ik heb.
De muziek bij dit verhaal:
Vond je dit verhaal interessant? Lees dan ook: A Whole Lotta Rosie
Of bekijk mijn TEDX talk: