ANWB stel
Wanneer we onze jassen aantrekken hebben we het nog niet in de gaten. Eenmaal buiten valt het ons tegelijkertijd op: we dragen dezelfde kleuren! Allebei een blauwe jas, allebei een kaki broek. Feline, onze dochter in de buggy, moet er hard om lachen. Of wij het ook leuk vinden? We hebben zo lang ons best gedaan om met altijd opvallende kleren die onze unieke identiteit moeten onderstrepen de middelmaat te ontglippen, maar we zijn geheel onbewust een soort ANWB-stel geworden.
We wandelen door, want het heeft al genoeg moeite gekost om in beweging te komen. Het is belachelijk om voor een rondje door het park ons om te kleden en daarom lachen wij er ook maar om. ‘Je bent ook altijd thuis’ zegt Rosie. ‘Alsof we een gepensioneerd koppel zijn die alles samen moeten doen.’ Hoewel zij wel werkt ben ik inderdaad altijd thuis. Nu ik nog steeds moet herstellen van een wielerongeval en er nog steeds vreemde ziektes op de loer liggen kan ik nergens anders heen dan de bank.
Onderweg is er genoeg afleiding om ons niet druk te maken over onze onlosmakelijkheid, want het valt op dat ook hondeneigenaren op hun honden lijken. ‘Daar hebben wij dan gelukkig geen last van, zeg ik, ‘want onze hond is klein, per ongeluk gecoupeerd en ze is vernoemd naar David Bowie.’
‘Nou ja, ze slaapt de halve dag en ze wordt onrustig als er bezoek voor de deur staat, dat lijkt behoorlijk veel op jou!’ reageert Rosie. ‘Jij bent ook het vrouwtje in huis en wat ze allemaal niet uit jouw lichaam hebben gehaald.’
Tegen haar rake observaties kan ik niet op en ik probeer dan ook het onderwerp te sturen. ‘Valt het je ook wel eens op dat niet alleen honden op hun eigenaren lijken? Bij iedereen kan ik wel een dier bedenken.’ En ineens loopt het park vol met giraffes, vissen, knaagdieren en varkens. Onze lol kan niet op, tot het moment dat Feline begint te wijzen naar een wat gezette gekleurde vrouw: ‘Kijk! Daar loopt een aap!’
Ze is te jong voor een lesje evolutieleer. Allebei zo rood als een kalkoense haan versnellen we onze passen om ons thuis meteen om te kleden. Zij een kloffie en ik ook, want er is toch niemand die ons hier ziet.
Vond je dit verhaal interessant? Lees dan ook: Een koude dag