Nu ik buiten ben besef ik pas hoe warm het op de afdeling was. Die paar patiënten die er lagen voelden de koude grond waar ze in zouden komen liggen. Daarom moest die kachel zo hoog. Dat begrijp ik best. Zo sloom dat ik erdoor werd had het me kunnen helpen om wat te slapen,
We wisten al acht jaar dat mijn vader niet meer beter zou worden. De artsen gaven toen weinig hoop, want die longen waren zo verkankerd dat een gezond leven onmogelijk werd geacht. Maar wat doet mijn vader? Na het gekots, de pijn en de vermagering gaat hij gewoon door met leven. Hij fietst heel Nederland
Als mijn lieftallige vrouw eens klaagt over een pijntje, dan zeg ik altijd gekscherend: “Gelukkig heb je een goede levensverzekering.” Omdat ik zo weinig kan met klagen moet ik er grappen over maken. En helemaal als de dood om de hoek komt kijken, dan bewijst humor sterker te zijn. Toch staat het huilen mij nu